Organisatie:
Zet pilonnen schuin achter elkaar neer, zodat de kinderen niet op elkaar werpen. Zie ook plaatje bij de oefenvorm 'beginworp'.

Stofomschrijving:
De kinderen gaan bij de pilonnen in spreidstand klaarstaan, evenwijdig aan de werprichting. De voorste teen en de achterste hak staan op één lijn. Met de discus in de hand draaien ze met hun gezicht en lichaam naar achteren. Ze zakken behoorlijk diep door de achterste knie en leunen volledig op het achterste been. De kinderen zwaaien één keer in, ze ondersteunen de discus hierbij met de ander hand. Daarna werpen ze de discus weg.
Let erop dat iedereen de discus op de juiste manier vasthoudt (op de vingerkootjes). De discus moet bij het (in)zwaaien van achter laag naar voor hoog bewegen. Ze laten de discus ongeveer op gezichtshoogte los, aan de kant van de wijsvinger.

Voor gevorderde werpers: Let op het eerst inzetten van de heupen en vervolgens pas inzetten van de schouders. De arm (met discus) zwaait hier achteraan.

Variatie mogelijkheden:
Open voor suggesties.