Organisatie:
/

Stofomschrijving:
De kinderen maken hoge sprongen met tussendoor enkele ritme-passen. Ze zetten bij de sprong af op één been en landen op het andere been. Ze maken dus eigenlijk een hoge pas (en niet een hink). Let op dat ze bij de afzet de knie van het andere been actief inzetten en de armen gebruiken. Er wordt op de tenen afgezet en geland.
Maak bijvoorbeeld twee tussenpassen. Dit geeft het ritme: 0, 1, 2,.., 0, 1, 2,.. waarbij op 0 wordt geland en op 2 wordt afgezet. Er wordt dan steeds met hetzelfde been afgezet. Je kan dit ritme over hordes oefenen, zet ze redelijk dicht bij elkaar. De nadruk ligt op omhoog springen.

Een lastigere variant:
De kinderen zetten na de landing gelijk weer af voor de volgende sprong. Er zijn dus geen tussenpassen. Dit is een lastige oefening, waarbij zeer veerkrachtig moet worden geland en afgezet. Let op het aanspannen van de kuitsprieren, het gebruiken van de armen en het goed inzetten van de voortste knie.