Onderdeel: |
Hoogspringen |
Leeftijdscategorieën: |
Alle |
Benodigde materialen: |
10 pilonnen, een hoepel, een lage horde |
(mogelijke) doelstellingen: |
Aanloop in een bocht oefenen
Juiste been afzetten en goed knie-inzet |
Organisatie:
Zet met behulp van de 8 pilonnen een cirkel uit. Leg aan één kant van de cirkel twee hoepels neer (zie ook plaatje).
Stofomschrijving:
De kinderen gaan aan de buitenkant van de cirkel klaarstaan. Ze rennen een half rondje om de cirkel aan, zetten met één been in de eerste hoepel af en springen omhoog in de lucht. Er wordt met het been het dichts bij de cirkel afgezet (Met de klok mee aanlopen: rechts afzetten. Tegen de klok in aanlopen: links afzetten). Na de sprong lopen de kinderen rustig terug naar de start. Laat de kinderen van beide kanten aanlopen.
Zet achter de hoepels een horde. De kinderen lopen nu weer om de cirkel aan, zetten af in de eerste hoepel en springen met een schotse sprong over de horde. Ze landen dus aan de andere kant van de horde. De bedoeling is dat de kinderen flink omhoog springen. Let op een goede knie inzet en op het actief gebruiken van de armen. Bij ervaren kinderen mag de horde best hoog worden gezet.
Illustratie:

Je kan zo'n cirkel ook voor de hoogspringmat neerzetten. De kinderen rennen dan een half rondje om de cirkel aan, zetten af (eventueel in een hoepel) en landen op de mat. Dit kan je met een schotse sprong, schaarsprong of de flop doen.
Variatie mogelijkheden:
Zet in het verlengde van de horde enkele andere hordes neer, de kinderen maken meerdere schotse sprongen achter elkaar. Ook kan je langs de cirkel zelf meerdere hordes neerzetten, de kinderen maken over alle hordes een schotse sprong. |