Organisatie:
Leg achter de startlijn enkele startblokken neer. Leg op 2 meter achter ieder startblok een hoedje, en op 3 meter een pilon. Zorg ook voor een finishlijn (zie afbeelding).

Stofomschrijving:
Vorm tweetallen. Één kind gaat in het startblok in de 'op uw plaatsen' positie zitten, dit is de starter. De andere staat achter de finishlijn klaar, dit is de renner.
Op signaal sprinten de renners vanaf de finishlijn richting de startblokken. Ze passeren het startblokken aan de linkerkant. Als de renner het startblok passeert roept deze Klaar, de starter gaat in de 'klaar positie' zitten (kont omhoog). Ondertussen rent de renner om de pilon achter het startblok, naar het hoedje. Bij het hoedje roept de renner Af, de starter sprint weg richting de finishlijn. Als de starter de finishlijn passeert, is het tweetal klaar. Hierna draaien de rollen binnen het tweetal om.

Afbeelding, twee startblokken:




De sprinters kijken niet naar achter om te zien of hun renner al bij het hoedje is, ze kijken gewoon naar de startlijn. Het is de bedoeling dat ze goed luisteren.
Het is verder de bedoeling dat de sprinter alleen op het startsignaal van zijn renner reageert. Dit is lastig omdat er door meerdere kinderen wordt geroepen.

Variatie mogelijkheden:
Je kan ieder tweetal zelf laten beslissen wat ze als startsignaal roepen, hierdoor is het voor de starters makkelijker om op het juiste signaal te reageren.
Vorm eventueel groepjes van drie. Hierbij hoeft steeds één kind niets te doen en wacht achter het startblok op de volgende ronde.