Onderdeel: |
Verspringen |
Leeftijdscategorieën: |
Alle |
Benodigde materialen: |
Verspringbak of een zachte mat |
(mogelijke) doelstellingen: |
Verspringen zonder aanloop
Oefenen van een actieve knie-inzet
Goed gebruikmaken van de armen |
Organisatie:
Zorg voor een zachte landing.
Stofomschrijving:
De kinderen proberen zo ver mogelijk te springen met een sprong uit stand. Ze gaan eerst met twee voeten naast elkaar klaarstaan, ze zetten op deze manier af, en landen met twee voeten naast elkaar. Ze gaan vooraf aan de sprong goed door te knieeën en ze gebruiken de armen om verder te kunnen springen.
Laat de kinderen daarna op één voet klaarstaan, ze zetten op deze manier af, en landen met twee voeten naast elkaar. Dit is een lastigere, maar ook betere oefeningen voor het verspringen. De kinderen maken goed gebruik van het been in de lucht door de knie actief in te zetten (bij de sprong het been van achteren naar voren zwaaien). Ook hier worden de armen weer goed ingezet. Hoe ver kunnen de kinderen springen en met welk been springen ze het verst?
Variatie mogelijkheden:
Maak er een wedstrijdje van. Laat de kinderen omstebeurt op bovenstaande manier door de verspringbak heenspringen (in de lengte). Ze proberen in zo min mogelijk sprongen de overkant te bereiken. Er wordt afgezet op de plek van landing. Welk kind heeft de minste sprongen nodig?
Laat de kinderen eventueel vanaf een verhoging springen, bijvoorbeeld van een bank. |