Organisatie:
/

Stofomschrijving:
De kinderen vormen tweetallen. Één kind van ieder tweetal gaat voorop, de ander is 'zijn schaduw'. Op teken van de trainer gaan alle tweetallen rond de atletiekbaan rennen. De tweetallen moeten op de baan en enigszins in de buurt van de trainer blijven.
De voorste van het tweetal bepaalt hoe er wordt gerend (de route over de baan) en in welk tempo. Ook mag de voorste bepalen welke oefeningen of bewegingen er worden gedaan. Zijn schaduw probeert hem zo goed mogelijk te volgen en probeert alle bewegingen zo goed mogelijk na te doen. De voorste kan bijvoorbeeld loopscholingen oefeningen doen, (rare) sprongen maken of een rondje rennen. Op teken van de trainer wisselen de rollen om. Na enige tijd kunnen er andere tweetallen worden gemaakt.
Deze oefenvorm kan een leuke afwisseling op het inlopen zijn.

Variatie mogelijkheden:
Verzin zelf bewegingen die de kinderen kunnen doen of vraag naar dingen die ze zelf hebben bedacht. Enkele ideeën:
- Rondje draaien, achteruit rennen, zigzaggen, schaatsen, kikkersprongen, hinkelen, aansluitpas, grond aantikken, loopsprongen enz...