Organisatie:
Zet met vier hoedjes een klein vak uit voor de dobbelstenen. Maak enkele even lange rijen van zes pilonnen in verschillende richtingen, afhankelijk van het aantal kinderen (zie plaatje onderaan). De afstanden mogen redelijk groot zijn.

Stofomschrijving:
De kinderen vormen (drie- of) tweetallen. Één kind van ieder tweetal begint en gooit de dobbelsteen. Als het kind bijvoorbeeld 4 gooit, rent deze om de vierde pilon van een rijtje en keert terug naar het vak met dobbelstenen. Hiervoor krijgt het tweetal 4 punten. Bij het vak aangekomen, gooit het andere kind met de dobbelsteen en rent ook om de juiste pilon. Het aantal punten wordt bij het totaal opgeteld. De kinderen houden dit zelf bij. Stop na een aantal minuten, welk team verzameld de meeste punten?
Voordat een tweetal met de dobbelsteen mag gooien, moeten ze eerst hun totaal aantal punten opnoemen, daarna mogen ze pas een dobbelsteen pakken.

Afbeelding: oefenvorm met twee rijen pilonnen

Variatie mogelijkheden:
De tweetallen proberen zo snel mogelijk 30 punten te halen. Ook kan je de opdracht geven om precies 30 punten te halen. Wat ze teveel hebben gegooid moeten ze weer eraf gooien.